De functie van deze klep is het regelen van de omlooplucht om de gasklep en regelt daarmee het stationair toerental. De stationair regelklep is er in meerdere uitvoeringen. 1. De Pulse Width Modulation klep De PWM F-idle valve in 2- en 3-draads aansluiting. Er zijn echter meerdere varianten die er anders uitzien. De PWM F-Idle valve is te herkennen aan het aantal aansluitingen: een 2 of 3 draads aansluiting is in de regel een PWM klep. Er zijn echter ook kleppen die enkel de functie AAN/UIT hebben. Deze kleppen zijn altijd 2-draads en zitten op de auto's met een K-jettronic injectiesysteem. De 3-draads uitvoering is de prettigste in gebruik omdat deze een electromagnetische veer heeft in plaats van een mechanische. Deze klep laat zich gemakkelijker besturen en verstelt soepeler. Er is echter wel vaak een extra ballast weerstand benodigd om deze klep juist te laten werken. Beide kleppen hebben een noodloopfunctie. Als ze geheel dichtvallen gaan ze weer een stukje open. Zo blijft de motor toch lopen als er een storing is. In de software is een limiet in te stellen tot waar de klep dicht mag vallen. De PWM F-idle valve is door zowel KdFi als Adaptronic bestuurbaar. 2. De steppermotor De Idle stepper motor valve (Idle Air Contoller, IAC) Een steppermotor Idle Valve kenmerkt zich door 4 aansluitdraden te hebben. Feitelijk bestaat de stappenmotor uit 2 spoelparen die kunnen inverteren. Een stappenmotor is een complexe motor om juist te besturen. KdFi heeft géén stappenmotorsturing, Adaptronic wel maar dit kost 4 uitgangen.
|